Ankie van Esch interview
// VICE \\

16 augustus 2018

Een Nederlandse gevangenispsycholoog vertelt over haar werk met moordenaars en verkrachters

Psycholoog Ankie van Esch (30) werkt nu vijf jaar in de PI Vught, een van de zwaarst bewaakte penitentiaire inrichtingen van Nederland. Achter de gigantische turquoise toegangspoort schuilt een terrein van 30 hectare met onder andere een reguliere gevangenis en huis van bewaring, maar ook een Inrichting voor Stelselmatige Daders (ISD), Penitentiair Psychiatrisch Centrum (PPC), de Extra Beveiligde Inrichting (EBI) waar Willem Holleeder zit en de Terroristenafdeling (TA) waar Mohammed B. verblijft. In het doolhof van paden, gangen en gebouwen zijn negen verschillende regimes gehuisvest. In Vught zitten op dit moment 650 mensen vast, waarvan enkele vrouwen.

Om op haar spreekkamer te komen, moet Ankie eerst piepvrij door een detectiepoort, dan met een pasje haar bos sleutels unlocken en vervolgens vier op afstand geopende deuren door. Haar telefoon mag niet mee naar binnen. In plaats daarvan pakt ze een pieper, voor noodgevallen. Ankie werkt op meerdere afdelingen met verschillende soorten gevangen: van kleine boeven tot moordenaars en verkrachters. Het contact is al even gevarieerd. Soms wil een gevangene gewoon even zijn hart luchten, soms is een langdurig behandeltraject nodig of zelfs verplicht.

Binnen de gevangenismuren lopen gedetineerden en personeel door elkaar heen. Alle regimes hebben een eigen dagprogramma zodat ze elkaar niet kruisen op het terrein. De gevangenen zijn te herkennen aan hun gele keycords. Witte letters betekent dat ze niet vrij over het terrein mogen lopen, groene letters dat ze dat wel mogen. Ankie, lang en blond, is populair en wordt overal aangesproken en nageroepen. Ze lacht erom en groet vrolijk terug. De PI is net een dorp. De gedetineerden zijn beperkt in hun vrijheid, maar niet in basisvoorzieningen zoals medische zorg en een bibliotheek. Ze kunnen indien nodig naar de kapper, tandarts en psycholoog.

VICE: Hoi Ankie, hoe komen gevangenen bij jou terecht?
In principe heeft iedereen die ik behandel zelf een hulpvraag. Daarnaast spreek ik als inrichtingspsycholoog of behandelcoördinator ook gevangenen die hier geen behoefte hebben, maar bijvoorbeeld vanuit veiligheidsoverwegingen met een psycholoog moeten praten.

Wat is het verschil tussen een gevangenispsycholoog en -psychiater?
Heel simpel gezegd: de psycholoog is de gedragsdeskundige die een inschatting maakt waarom iemand doet wat hij doet, de psychiater schrijft de medicatie voor. Een keer in de week hebben we een PMO, Psycho Medisch Overleg, met psychologen, psychiaters en de medische dienst. Daar bespreken we onze patiënten en maken we samen een plan van aanpak. Het heeft bijvoorbeeld geen zin als het effect van de medicatie lijnrecht staat tegenover wat ik probeer te bereiken met therapie. We moeten allemaal hetzelfde doel hebben.

Wat is jouw doel als psycholoog?
Begrijpen waarom iemand heeft gedaan wat hij heeft gedaan. Meestal is dat ook voor de gedetineerde zelf het doel. Ik krijg vaak genoeg de vraag: waarom ben ik tot zoiets in staat? Of: ik ben niet iemand die er zomaar op los slaat, waarom nu wel? Ze snappen het niet, maar er is toch echt iets misgegaan in hun leven. Soms moet ik puzzelen. Hoe is hij opgegroeid? Wat heeft hij allemaal meegemaakt? Na dat proces hoop je samen een plan van aanpak te gaan maken om escalatie in de toekomst te voorkomen.

Er is vast wel eens een gedetineerde die geen hulp wil. Wat doe je dan?
Als iemand ontkent dat hij een probleem heeft, kan ik weinig doen. Wie ben ik om te zeggen dat hij wél een probleem heeft? Feit is dat hij hier zit. Er zijn waarschijnlijk dingen in zijn leven gebeurd die hij liever anders had gedaan. Daar heb ik het dan over. Als een gevangene zegt dat hij het delict niet heeft gepleegd, druk ik natuurlijk niet door. Want dan bouw je geen band op en neemt diegene je nooit meer in vertrouwen. Ik ben meer geïnteresseerd in de mens achter het delict. Hoe is iemand geworden zoals hij is? Het delict komt dan vanzelf wel een keer ter sprake.

Weet je altijd wat je patiënten hebben gedaan?
In de meeste gevallen weet ik waar iemand voor zit of waarvan hij wordt verdacht. Ook als iemand agressief is geweest binnen zijn detentie, moet ik daarvan op de hoogte zijn. Juist het feit dat je weet dat een gevangene onvoorspelbaar kan zijn, maakt het voorspelbaar. Bang ben ik zelden. Ik heb één keer een gesprek afgekapt omdat ik me helemaal niet op mijn gemak voelde. Die patiënt raakte buiten zichzelf, ik kon geen contact meer met hem maken. Als iemand knetterpsychotisch tegenover je zit, heeft praten geen zin. In zo’n situatie haal ik meteen de psychiater erbij.

Wat wil je nooit meer meemaken?
Ik heb een keer alarm geslagen omdat iemand een stoel door het raam van een bewaarderswacht gooide. Zulke dingen horen erbij: je gaat hier niet werken als je niet houdt van hectiek, reuring en actie. Een andere keer werd een cliënt heel agressief toen we het over zijn verleden hadden. De woede en frustratie over zijn relatie en familie, die hij altijd had opgekropt en onderdrukt met drugs, projecteerde hij volledig op mij. Hij was zó boos, keek recht door me heen. Ik zat al met mijn hand bij mijn pieper. Mijn laatste redmiddel was dat ik wist dat hij rookte. Dus ik zei: ‘Ik zie dat het je heel erg raakt, zullen we even een sigaretje doen?’

Behoorlijk heftig. Waarom doe je dit werk zo graag?
Ik voel me op m’n gemak hier. Een zwaar geval, een lastige patiënt, iemand die niet wil – kom maar op! Hoe briljant is het als je iemand zo ver krijgt dat hij zijn problemen erkent en aan zichzelf gaat werken? Wat mij betreft kan het niet gek genoeg zijn. Het leven van mijn cliënten is vaak een grote chaos. Vught is echt het walhalla voor een psycholoog.

Verdienen moordenaars en verkrachters eigenlijk wel behandeling?
Ik heb vaak zó erg te doen met de gesteldheid van de man tegenover me. Iedereen wil liever aan de andere kant van de tafel zitten. Een goede baan, een huis, zijn leven op orde hebben. Dat besef maakt dat ik heel veel empathie kan opbrengen. Als ik soms lees wat voor leven mensen hebben gehad, vind ik het knap dat ze zich überhaupt nog staande houden. Iedereen verdient de kans om te leren dat het ook anders kan. Dat onveiligheid, wantrouwen en jezelf groter voordoen dan je bent niet het uitgangspunt hoeven te zijn. Ik gun elke gevangene dat inzicht, wat hij ook gedaan mag hebben.

Lees de rest van het interview bij VICE. Met lekker stemmige foto’s van Rebecca Camphens (zoals die op de homepage).