Gin reportage
// Playboy \\

16 januari 2017

Ginbrouwers

Slobber jij je gin-tonic weg als water na een barre woestijntocht? Zonde, want de gins van Nederlandse bodem zijn de onverdeelde aandacht van je smaakpapillen meer dan waard. Wij kregen drankcollege van drie dertigers die zo gek waren om een eigen ginmerk te beginnen en gingen op bezoek in ‘Gin City’ Schiedam, het Mekka van de jenever.

70 miljoen liter jenever per jaar werd er in de hoogtijdagen verscheept vanuit ‘Zwart Nazareth’, zoals het door steenkool vervuilde Schiedam eind negentiende eeuw bekend stond. De stoom kwam uit de rivier, geschaatst kon er ‘s winters niet worden. Hoewel er van de bijna vierhonderd distilleerderijen die de stad rijk was nog maar een handvol over is, schieten de nieuwe Nederlandse ginmerken de laatste jaren als paddestoelen uit de grond. Geschat wordt dat het aantal richting de honderd gaat. Veel van die merken Schiedam als thuishaven hebben, is niet zo verwonderlijk: de geschiedenis en kennis van Hollandse jenever en diens Britse variant gin komen hier op zeer tastbare wijze samen.

Sebastiaan van Bokkel (32) leidt ons rond door het in 1777 gebouwde familiehuis en de bedrijvige distilleerderij van drankproducent Herman Jansen, waar zijn Bobby’s Gin gemaakt wordt. Hij straalt in alles rock & roll uit: van de All Stars aan zijn voeten tot het zwarte bomberjack met felgekleurde patches om zijn schouders. ‘Vroeger wilde ik rockster worden en de wereld rondreizen,’ zegt de geboren Rotterdammer terwijl hij een peuk opsteekt, ‘en dat is wat ik nu in feite doe.’

Zo’n vier keer per maand zit Van Bokkel in het vliegtuig om het Bobby-evangelie te verspreiden. Hij werkte drie jaar lang voor de Belgische brouwerij Duvel Moortgat als brand manager en sales rep van Vedett. Nadat hij het biermerk op de kaart had gezet in de regio Rotterdam begon het te kriebelen. ‘Ik dacht: als ik het voor iemand anders kan, kan ik het misschien ook voor mezelf. Omdat mijn Molukse opa altijd Bols uit stenen kruiken dronk, dacht ik meteen aan jenever. Toen ik mijn moeder belde met het nieuws dat ik jenever ging maken, vertelde ze me dat hij altijd kruiden toevoegde voor de smaak. Vanaf dat moment wilde ik gin maken. Mijn moeder wist gelukkig nog precies wat er in mijn opa’s drankflesje ging. Ik heb familie op de Molukken gevraagd om de kruiden op te sturen zodat we die hier konden distilleren. Als je een goed idee hebt, ben je er voordat je het weet al aan begonnen.’

GODFATHER VAN DE GIN

Bobby’s, nu tweeënhalf jaar op de markt, staat nog in de kinderschoenen vergeleken met VL92 van Sietze Kalkwijk (37), die toch eigenlijk wel de godfather van de Nederlandse gin genoemd kan worden. ‘Ik heb het pad geplaveid voor alle nieuwe ginmerken’, zegt hij niet zonder trots. ‘Tegenwoordig heb je heel veel gelukszoekers: elk reclamebureau wil een eigen gin hebben. Ik schaam me er soms een beetje voor om te zeggen dat ik gin maak.’

Toen Kalkwijk in 2010 samen met distilleerderij Van Toor uit Vlaardingen – op een steenworp afstand van Schiedam – begon aan de ontwikkeling van VL92 was zijn idee om via de gin, dat internationaal meer aanzien had, de jenever weer op de kaart te zetten. ‘De jenevermarkt wordt al eeuwen beheerst door de bekende grote jeneverboeren. Zij hebben alle smaak uit één van de meest historierijke producten ter wereld gesloopt.’

Kalkwijk legt uit hoe hij, afgestudeerd aan de Design Academy en werkzaam als productontwerper, bij toeval de drankwereld binnenrolde. Dat zit zo: door zijn vriendschap met een Kirgizische uitwisselingsstudent, zoon van een vooraanstaand legergeneraal, had hij de gelegenheid meerdere keren naar het Centraal-Aziatische land af te reizen en met invloedrijke mensen aan tafel te zitten. ‘Door mijn lezingen voor ministeries ben ik uiteindelijk zelfs officieel adviseur van de toenmalige regering geworden’, vertelt Kalkwijk droogjes. ‘Omdat ik erg onder de indruk van hun wodka nam ik altijd liters mee terug. Toen er een keer Absolut voor me werd ingeschonken, zei ik dat ze best trotser mochten zijn op hun eigen wodka. Ik hield ze voor dat het een visitekaartje van hun land kon zijn. Zij zagen daar wel wat in en zeiden: ga het maar doen. In 2007 ben ik vanuit Kirgizië mijn eigen wodkamerk begonnen, Bishkek Vodka. Eén van m’n eerste klanten was het Okura Hotel in Amsterdam.’

Lees de rest van het verhaal op Blendle.