9 mei 2018
Externe hersenen: Hoe Nederlandse AI-bedrijven de wereld veranderen
De wereld ‘algoritmiseert’ in rap tempo. Kunstmatige intelligentie is overal en baanbrekende AI-toepassingen van Nederlandse makelij zijn internationaal in trek. Een blik in de toekomst.
“Ik zie kunstmatige intelligentie als de grootste kans die we als mensheid hebben”, zei Sundar Pichai, CEO van Google, eerder dit jaar in een interview met het AD. “Ze biedt de mogelijkheid voor enorme doorbraken in gezondheidszorg, klimaat, onderwijs.” Dat de huidige technologische revolutie ontwrichtend is gaf hij graag toe, “maar dat was de industriële revolutie ook.”
Zijn vergelijking is niet eens zo vergezocht. Kunstmatige intelligentie, of artificial intelligence (AI), heeft zich genesteld in de haarvaten van de samenleving. Siri, de persoonlijke assistent van Apple, is misschien wel het bekendste voorbeeld. Maar ook je Facebook-feed, het navigatiesysteem in je auto, chatbots en de kijksuggesties van Netflix draaien op AI. Net als robotarmen in magazijnen en drones die worden ingezet voor de bescherming van bedreigde diersoorten.
Technologie met zo veel potentie en zo weinig regulering staat logischerwijs bloot aan misbruik. De dictatoriale presidenten van Rusland en China hebben al laten vallen dat ze azen op de koppositie. “Wie op dit gebied de leider wordt, zal over de wereld heersen”, vertrouwde Vladimir Poetin vorig jaar september een groep studenten toe. In een mondiale machtsstrijd ligt volgens Tesla- en SpaceX-topman Elon Musk een gigantisch gevaar besloten. “De strijd om AI-superioriteit is naar mijn mening de meest waarschijnlijke oorzaak van de Derde Wereldoorlog”, zo twitterde hij in respons op de uitspraak van Poetin.
Mens of machine?
Het is een doemscenario dat Alan Turing, algemeen beschouwd als geestelijk vader van de kunstmatige intelligentie, vast niet had voorzien. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werkte de Engelse computerpionier voor de Britse crypto-analytische dienst, waar hij een cruciale rol speelde bij de ontcijfering van door het Duitse coderingssysteem Enigma gegenereerde codes. Na de oorlog ontwikkelde hij de turingtest, een experiment waarbij de centrale vraag is of een machine intelligent gedrag kan vertonen dat niet van menselijk gedrag te onderscheiden is. Het was de door Turing geïnspireerde Amerikaanse informaticus John McCarthy die tijdens een voordracht in 1955 de term ‘artificial intelligence’ muntte en het een jaar later promoveerde tot bona fide onderzoeksveld.
Anno 2018 is de louter theoretische fase weliswaar een lang gepasseerd station, maar met het oog op de razendsnelle ontwikkelingen blijkt solide denkwerk met betrekking tot technische toepassingen en ethische vraagstukken rondom AI belangrijker dan ooit. Nederlandse onderwijsinstellingen hollen daarom zo hard mogelijk achter de explosief groeiende markt aan: de Technische Universiteit Eindhoven heeft een Special Interest Group in het leven geroepen om onderzoekers die zich met AI bezighouden bij elkaar te brengen, ICT-studenten van de Hogeschool Utrecht kunnen sinds kort kiezen voor de afstudeerrichting Applied Artificial Intelligence en de Universiteit van Amsterdam heeft plannen voor de bouw van een ‘AI-hotspot’ op het Amsterdam Science Park.
Naar de softwaredokter
Het afgelopen decennium hebben veel Nederlandse ondernemers van AI hun core business gemaakt. Zij maken deel uit van een generatie die de mensheid in een radicaal nieuwe richting stuurt, op weg naar een wereld waarin leven zonder kunstmatige intelligentie een verre dystopie – of utopie, zo je wilt – zal zijn.
De gezondheidszorg is, zoals Pichai al stelde, één van de terreinen waar kunstmatige intelligentie enorme doorbraken mogelijk maakt. Bijvoorbeeld door het in te zetten voor een beslissingsondersteunende tool voor artsen, zoals de Amsterdamse start-up Pacmed doet. Op dit moment loopt er een pilot waarbij voor de behandeling van een urineweginfectie wordt gekeken naar de geanonimiseerde data van 250.000 patiënten met dezelfde aandoening. De algoritmes zoeken naar kenmerken die voorspellend zijn voor de effectiviteit van de verschillende behandelopties. Op basis van de uitkomsten doet de computer suggesties, maar de arts houdt het laatste woord.
Quantib, een in 2012 opgerichte spin-off van het Erasmus MC, is de pilotfase ver voorbij. Tot nu toe richten de Rotterdammers zich vooral op hersenaandoeningen: hun softwareproduct Quantib Brain helpt bij het detecteren en volgen van neurologische aandoeningen zoals Parkinson, Multiple Sclerosis en Alzheimer. De computer ‘leest’ MRI- en CT-scans, vergelijkt die met een grote bak referentiedata en voorziet onderzoekers, radio- en neurologen van een objectieve beoordeling voor een snelle en nauwkeurige diagnose. De groei is er nog lang niet uit: dankzij een recente investering van 4,5 miljoen euro heeft Quantib genoeg financiële armslag voor de ontwikkeling en vermarkting van nieuwe baanbrekende AI-toepassingen voor de medische wereld.
Ook gespecialiseerd in computer-aided diagnostics, maar dan toegepast op longkanker, is Aidence. Het Amsterdamse bedrijf haalde vorig jaar juni een investering van 2,25 miljoen euro binnen en maakt gebruik van deep learning, een geavanceerd type kunstmatige intelligentie dat in staat is tot een mate van beeldherkenning die niet onderdoet voor het menselijk oog. Het is precies wat CEO Mark-Jan Harte met Aidence wil leveren: een tweede paar ogen. “Ons ultieme doel,” aldus Harte in een persbericht bij de bekendmaking van de investering, “is een niveau van diagnostische kwaliteit te bereiken vergelijkbaar met de gezamenlijke kennis van alle menselijke experts – en die beschikbaar te stellen in alle ziekenhuizen ter wereld.”
In de psychologie – per definitie mensenwerk, zou je zeggen – is kunstmatige intelligentie al net zozeer aan een opmars bezig. CleVR zet virtual reality in bij de behandeling van angststoornissen en X2AI bouwde de psychologische chatbot Tess. De AI-ontwikkelaars in de zorg hebben één ding gemeen: hun product is niet gemaakt om het werk van doktoren over te nemen, maar om het gemakkelijker, accurater en efficiënter te maken. “Normaal gesproken zou een therapeut vijf patiënten per dag zien en de rest van zijn tijd aan administratief werk kwijt zijn”, aldus Michiel Rauws, oprichter en CEO van X2AI, eerder dit jaar in Business Insider. “Wij stellen psychologen in staat om voor vijftig mensen per dag te zorgen: terwijl zij met patiënten praten, houdt Tess contact met de rest.”
Chatbots en dronevogels
De chatbot is een tot de verbeelding sprekend voorbeeld van een AI-toepassing die vrij geruisloos ons dagelijks leven is binnengeslopen. Webwinkels, zorgverzekeraars, pensioenfondsen: ze maken maar wat graag gebruik van een virtuele assistent om…
Cliffhangertje, hè? Lees de rest van het artikel in Dirty Science #4.