28 januari 2019
Komt een Belg bij de dokter…
De hypochondrisch aangelegde Philippe Geubels, die voor zijn plezier bijsluiters leest, is niet gek, maar gek op zijn gezondheid. Daarom is hij dé aangewezen persoon om de nieuwe gezondheidsquiz Is Er een Dokter in de Zaal? te presenteren.
„Dokter, heeft u een spuit voor mij?” Philippe Geubels is nog maar net binnen bij huisartsenpraktijk Kwakersplein of hij heeft Anne van Leeuwen, dokter in de zaal in de nieuwe RTL-panelshow Is er een dokter in de zaal?, alweer aan het werk gezet. De bekende Belg is ziek: buikgriep.
Geubels, in Amsterdam-West voor een middagje pers, behoort tot de absolute top der Vlaamse grappenmakers. Hij was begin twintig toen een dvd van Hans Teeuwen voor een openbaring zorgde. „Dat vond ik echt fantastisch. Zó gedurfd en zot. Ik dacht: zou ik dat zelf ook kunnen?” Geubels volgde een comedyworkshop en trad her en der op. Met succes: het publiek viel als een blok voor zijn gortdroge humor en sullige voorkomen. Al snel ruilde hij zijn baan als vakkenvuller bij supermarkt Colruyt in voor een carrière als stand-upcomedian. In 2009 speelde Geubels zijn eerste cabaretvoorstelling Droog en debuteerde hij als jurylid in De Slimste Mens ter Wereld, de rol waarin de meeste Nederlanders hem – via fragmenten in De Wereld Draait Door – leerden kennen.
Geubels is inmiddels al jaren een graag geziene gast in onze theaterzalen en tv-programma’s. Hij dook regelmatig op in de humoristisch ‘datingshow’ Mag ik u kussen? en interviewde in 2015 bekende Nederlanders voor het BNN-programma Uitzonderlijk vervoer. Dit jaar zal hij naast Is er een dokter in de zaal? te zien zijn in de fictieve sitcom GEUB. Het gaat hem kortom voor de wind, maar toch is Geubels er niet erg gerust op. „Zelfvertrouwen heb ik nu nog altijd niet”, zegt hij in de spreekkamer. „Ik ga ervan uit dat het elk moment voorbij kan zijn, hahaha.” Het is zeker niet voor het laatst dat zijn harde lach door de dokterspost schalt.
Is er een dokter in de zaal? is Geubels op het krakkemikkige lijf geschreven. Logisch: hij bedacht het format zelf. Onder zijn kundige leiding krijgen twee teams van twee BN’ers in verschillende rondes de meeste uiteenlopende vragen over gezondheid en ziekte voorgelegd en worden medische fabels ontzenuwt.
Een hypochonder wil Geubels zichzelf niet noemen, maar het scheelt weinig. „Ik heb snel de neiging om het wat erger te maken dan dat het is, maar ik heb ook gewoon veel kwaaltjes.” Was huisarts niets voor hem geweest? „Ik denk oprecht van wel, want ik krijg ongelofelijk veel voldoening als ik mensen kan helpen. Ik heb ook altijd pillen bij me.”
Fysiek ongemak is volgens Geubels bij uitstek een goed onderwerp voor humor – tot op zekere hoogte dan. „In Is er een dokter in de zaal? kaarten de zware onderwerpen niet aan. Het blijft entertainment, al hoop ik dat de mensen d’r ook iets van kunnen leren.” Hij wijst naar de muur met medische hulpmiddelen. „Waarom de stethoscoop is uitgevonden, bijvoorbeeld. Dat is uitgevonden door René Laennec, een arts die het gênant vond om met zijn oren tegen vrouwen hun borsten te liggen om naar hun hart te luisteren. Echt waar. Hij heeft zelfs een standbeeld gekregen in zijn geboortedorp en dat wordt jaarlijks nog altijd bezocht door honderden mannelijke studenten geneeskunde. Om ertegen te pissen, hahaha.”
Geubels schuift zijn stoel naar achteren. „Ik moet even naar het toilet, sorry.” Twee minuten later keert hij luid kuchend terug en vertelt over het tasje met medicamenten dat hij altijd bij zich draagt. „Alles zit erin.” Alles? „Zeg maar iets.” Paracetamol? „Nee, da zit er niet in… Hahaha, jawel hoor.” En verder? „Cortisone, antibiotica, alles.”
In 2014 kregen Geubels en zijn vrouw Leen, voormalig uitbaatster van kattenhotel Snoet te Boechout, een dochter: Hanna. Daardoor zijn de zorgen van de Belg alleen maar toegenomen. „Ik wil gezond blijven, zodat ik die kan zien opgroeien. Ge merkt dat bijvoorbeeld met eten: ge doet meer moeite om die goed eten te geven.”
Dat Hanna een bekende papa heeft en Leen een bekende man die regelmatig grappen over haar maakt, is thuis geen onderwerp van gesprek. Geubels voelt niet de behoefte om zijn dag altijd helemaal door te nemen. „Mijn vrouw kijkt toch niet naar mijn programma’s.” Echt niet? „Jawel hoor, hahaha.” Zijn dochter, inmiddels vier jaar oud, begint door te hebben dat hij regelmatig op tv is. „Die vind dat wel raar en begrijpt het ook niet altijd helemaal. Soms wordt ze d’r wat bang van zelfs.”
Veel van het gezin weg zijn is eigenlijk niet aan Geubels besteed, maar de meeste studio’s en schouwburgen staan nu eenmaal niet om de hoek. „Soms neem ik ze mee, bijvoorbeeld als ik een week in Noord-Nederland speel. Dan huren we daar een huisje.” Groter dan België en Nederland hoeft zijn werkgebied niet te worden; hij vindt Amsterdam al zo ver rijden. „Misschien ga ik eens voor de fun in Londen optreden, maar internationale ambities heb ik niet.”
En waarom zou hij? Voor Nederlands publiek spelen en presenteren doet de kale Vlaming maar wat graag. „Ik voel me hier eigenlijk wel thuis. Jullie zijn veel enthousiaster, aanweziger. Een Vlaming is wat ingetogener.”
Geubels zucht en legt zijn hoofd op tafel. „Ik denk dat ik nog eens naar het toilet moet, sorry hoor.” Twee minuten later pakt hij de draad weer op. „Jullie zijn wel directer dan Belgen, maar aan de andere kant ook niet soms. Snapt ge?” Nee, eigenlijk niet. „Als een Nederlander ‘super fantastisch’ zegt, kan dat net zo goed ‘wel oké’ betekenen. Als een Belg ‘fantastisch’ zegt, dan was ‘t wel écht fantastisch.”
Geubels kan het goed hebben, dat directe. Met professionele druktemakers Jandino Asporaat, Roue Verveer en Guido Weijers vulde hij in 2016 en 2017 de Ziggo Dome met de show Gabbers, en hij is groot fan van Jeroen van Koningsbrugge. „Die is zo snel en kan zo goed improviseren. Belgen hebben een iets rustiger en absurder gevoel voor humor.” Dat van hemzelf gaat Geubels na een drukke periode even wat rust gunnen. Eind deze maand gaat hij op vakantie, daarna wil hij nadenken over een nieuw programma voor Nederland. Verder zou hij ooit graag een film maken.
Maar eerst weer even naar het toilet. „Pfff, sorry hoor.” Drie minuten later schuifelt Geubels nog bleker dan voorheen de spreekkamer binnen. Moet hij niet weer even langs dokter Van Leeuwen? „Kom ik net vandaan, hahaha. Ze heeft me al iets gegeven, maar het werkt nie.” Zouden zijn fysieke ongemakken met stress te maken kunnen hebben? „Dat is een ziekte van deze tijd, hè? Vroeger was het hormoon cortisol bedoeld om snel te reageren bij gevaar. Daarna zakte dat terug, maar bij ons blijft dat gewoon heel de tijd hangen.” Ja, óók bij de man die de kalmte zelf lijkt te zijn. „Dat is heel ongezond. Ik ga het dit jaar onder controle proberen te houden. Minder tegelijkertijd doen en wat minder ja zeggen.” Terwijl hij het zegt, lijkt het laatste restje energie zijn lichaam te verlaten. Geubels sloft naar de behandelbank in de hoek van de kamer. „Sorry, ik denk dat ik hier gewoon even languit ga liggen…”