23 april 2020
Rinus van de Velde, kunstkluizenaar
Rinus Van de Velde maakte naam met imposante houtskooltekeningen. Geen uitdaging is te groot voor de gevierde Belg, zolang hij er zijn atelier maar niet voor uit hoeft.
Waar Rinus Van de Velde (1983) vroeger voornamelijk houtskooltekeningen maakte, stapt hij nu ‘s ochtends zijn Antwerpse atelier binnen en ziet wel wat zich aandient. Begint hij aan een kleurpotloodtekening op klein formaat? Bouwt hij verder aan een levensgroot filmdecor? Of pakt hij de fotocamera? Alles kan en alles mag. De Belg beschouwt zijn werk als één groot verhaal, een fictieve autobiografie. Voor de buitenwereld heeft de ‘totaalkunstenaar’ – zo omschrijft zijn galeriehouder Tim van Laere hem – nauwelijks interesse. Liever construeert hij een leven dat hij nooit heeft gehad. Het speelt zich helemaal af binnen de vier muren van zijn werkplaats. ‘Zo zet ik de realiteit naar mijn hand,’ aldus Van de Velde.
Lange rijen en wachtlijsten
Tim van Laere Gallery verhuisde recent naar een vijf keer zo groot onderkomen. Geen overbodige luxe: op de vorige locatie zorgde elke tentoonstelling met nieuwe werk van Rinus voor lange rijen en verkeersopstoppingen. Zijn tekeningen wordt wereldwijd voor tienduizenden euro’s verkocht, er zijn wachtlijsten om een originele Van de Velde te bemachtigen. Onder de fanatieke verzamelaars van zijn werk is een andere grote naam uit de Belgische kunstwereld: fotograaf Willy Vanderperre. Samen tekenden zij voor de cover én de collages in Vanderperre’s fotoshoot verderop in deze Vogue.
‘Willy heeft mij eens gefotografeerd voor Vogue, zo hebben we elkaar leren kennen,’ vertelt Van de Velde, die sindsdien meerdere keren door Vanderperre werd geportretteerd, onder andere voor een campagne van Dior Homme. De bewondering is geheel wederzijds. ‘De eerste keer dat Willy me uitnodigde, was ik heel benieuwd hoe hij te werk ging. Ik wist dat ik veel van hem kon leren. Het is heel straf hoe hij een portret kan transformeren door alleen te spelen met de belichting.’
De foto’s die Van de Velde zelf maakt staan volledig in dienst van zijn tekeningen. ‘Zoals een traditionele schilder honderd schetsen maakt voordat hij aan zijn werk begint, zo maak ik een heel decor, plaats mezelf erin en trek daar een foto van. Fotografie is voor mijn een hulpmiddel, nooit het eindproduct.’
Terug naar kleurpotlood
Lang beschouwde Van de Velde houtskool als het ‘ultieme medium van de tekenkunst’. De laatste jaren is hij zich aan het verbreden. Zo is hij teruggekeerd naar een jeugdliefde: kleine tekeningen in kleurpotlood. Inspiratie haalt Van de Velde onder andere uit het archief op zijn computer, een ‘visuele databank’ met tienduizend beelden. ‘Dat gaat van filmstills en krantenfoto’s tot foto’s die ik met mijn iPhone neem. Daar kijk ik elke dag naar, vaak zonder iets te weten van de originele context. Op basis van die beelden maak ik een tekening, een nieuw hoofdstuk in mijn fictieve autobiografie.’ Terwijl hij tekent, denkt Van de Velde na over de tekst. Al zijn tekeningen bevatten onderschriften, want ‘zonder die quotes zouden de tekeningen losse beelden blijven’. Eind vorig jaar verscheen een boek met Van de Velde’s schitterende kleurpotloodcreaties.
Welke kunstvorm hij ook hanteert, vaak speelt Van de Velde de hoofdrol. Hij tekende zichzelf als tennisser, pokeraar, schaker en kettingroker. Ook voor zijn eerste film, het veertig minuten durende The Villagers, deed de kunstenaar een beroep op Rinus Van de Velde. ‘Voor mij kwam die aanpak logisch voort uit het feit dat ik voorhanden was in mijn atelier. Ik ben er altijd in mijn leven, hoef niemand in te huren. De ene keer ben ik die persoon, de andere keer weer iemand anders. Mijn werk draait helemaal om de flexibiliteit van die identiteit.’
Tekst gaat verder onder de video.
Kunstzinnige tweeling
Ook bij de jongste generatie Van de Velde stroomt creativiteit door de aderen. Omar en Sonny, een tweeling, zijn vier jaar oud maar hebben hun eerste tentoonstelling al achter de rug – in het atelier van hun vader welteverstaan. ‘Ik heb geholpen met tekeningen ophangen en foto’s gemaakt. Op de een of andere manier vind ik het moeilijk om ze in mijn eigen kunst te betrekken. Ik voel een enorme liefde voor mijn kinderen, maar ik weet niet of ik die tentoon wil spreiden. Dan kan het snel te sentimenteel worden.’
In dezelfde adem vertelt Van de Velde dat ze een rol gaan spelen in zijn nieuwe film. ‘Ik had een klein personage nodig en zij liepen daar rond, dus voilà,’ zegt hij lachend. Het hoofdpersonage wordt gespeeld door een assistent. Van de Velde wilde tegelijkertijd voor en achter de camera staan, dus liet hij een masker van zijn eigen gezicht maken. Zo kan hij naar zichzelf kijken. ‘Datzelfde masker gaan mijn kinderen ook dragen om een jongere versie van mij te spelen.’ Een vreemd beeld, geeft hij toe, maar het werkt wel. Bovendien vinden Omar en Sonny het allemaal razend interessant. ‘Zij rennen graag rond met het masker op, roepend dat ze papa zijn.’
Er is een deadline: Van de Velde wil de film tonen op zijn grote tentoonstelling in het Brusselse museum BOZAR, vanaf oktober 2021. Tot die tijd, en waarschijnlijk ver daarna, maakt Van de Velde gewoontegetrouw de dagelijkse tocht naar zijn atelier en ziet wel wat zich aandient.