9 september 2021
20 jaar na 9/11: Toxicity als antigif
De timing was griezelig: Toxicity verscheen precies een week voor 9/11. Op het tweede System Of A Down-album maakte frontman Serj Tankian korte metten met het idee van Amerika als ‘the greatest country in the world’. Hij portretteerde een natie in staat van ontbinding, waar jongeren, armen en minderheden keer op keer aan het kortste eind trekken. Die boodschap kwam tot ver over de landsgrenzen luid en duidelijk aan, geholpen door de onwaarschijnlijke hit Chop Suey!, en klinkt zelfs twintig jaar later nog pijnlijk actueel.
Op 12 september 2001 publiceerde Serj Tankian een kort essay getiteld Understanding Oil op de website van zijn band System Of A Down, die op dat moment de Billboard Top 100 aanvoerden met hun tweede album Toxicity. ‘Gedurende het grootste deel van de twintigste eeuw hebben Amerikaanse bedrijven gewerkt aan het verkrijgen van olierechten en -concessies van landen in het Midden-Oosten’, aldus Tankian. ‘Oliewinsten zijn altijd de motiverende factor geweest achter het destabiliseren van democratische regimes door de CIA in het Midden-Oosten. […] Tijdens de oorlog tussen Iran en Irak voorzag Amerika beide partijen van wapens en advies. Dit zijn niet de acties van een rijke supermacht die vrede wil. […] Dus welke heilige overtuiging van opeenvolgende Amerikaanse regeringen heeft dit alles veroorzaakt? VREDE IN HET MIDDEN-OOSTEN LEIDT TOT HOGERE OLIE- EN GASPRIJZEN.’
9/11 was volgens Tankian het logische gevolg van Amerika’s agressieve buitenlandbeleid. ‘De oorlogen die onze regering in onze naam voert, zijn nu midden in onze woonkamer beland.’ Hij was als de dood voor de wraak van president George W. Bush en waarschuwde voor vergelding tegen de vergelding: ‘Zoals blijkt uit de gebeurtenissen van gisteren, kun je een persoon die bereid is te sterven niet stoppen.’ Het initiëren van vrede in het Midden-Oosten was de enige manier om de keten van actie en reactie te doorbreken, aldus Tankian. Verstandige woorden die aan Bush uiteraard niet besteed waren. En evenmin aan SOAD’s platenlabel Sony, dat vond dat Tankian de terroristische aanvallen probeerde te rechtvaardigen en het essay van de website verwijderde.
Op 3 september verkeert de wereld nog in zalige onwetendheid over het angstaanjagende lot dat de 2.977 slachtoffers van de aanslagen op 11 september te wachten staat. In Los Angeles bijten de lokale tv-zenders zich vast in het breaking news van de dag: tumult in Hollywood. ‘Kim, misschien heb jij nog nooit van System Of A Down gehoord, maar duizenden andere mensen duidelijk wel’, zegt een doodserieuze NBC 4-verslaggeefster in de camera. De avond is al gevallen, ze staat op een lege parkeerplaats. Achter haar is de hoge bakstenen muur zichtbaar waar een paar uur eerder nog een gigantisch doek met de naam van de Armeens-Amerikaanse band hing.
Tekst gaat verder onder de video.
24 uur eerder. De eerste fans arriveren op Schrader Boulevard, een korte straat die Hollywood Boulevard en Sunset Boulevard met elkaar verbindt. De gratis openluchtshow die radiostation KROQ-FM heeft georganiseerd op Labor Day om te vieren dat Toxicity de volgende dag uitkomt, lokt jongeren uit de hele stad naar deze troosteloze plek. Dat de parkeerplaats is voorzien op 3.500 man lijkt wat ambitieus: System Of A Down heeft een fanatieke fanschare in Los Angeles en omgeving, maar is ook weer geen Rage Against The Machine, Metallica of Slayer.
In de loop van de nacht en de volgende ochtend groeit het plukje vroegkomers uit tot een menigte. Het is een vrije dag, de zon schijnt zoals altijd, langzaam stroomt Schrader Boulevard van beide kanten vol. Er wordt gekletst, gedronken en geblowd, in afwachting van wat komen gaat. Bootlegkopieën van Toxicity schallen uit boomboxes. De maximale capaciteit van de parkeerplaats is aan het begin van de middag al bereikt, maar de mensenmassa blijft aanzwellen en vult nu ook de nabijgelegen straten. De onrust neemt toe, zowel onder degenen die niet bij de parkeerplaats kunnen komen als onder de beveiligers en de brandweer. Het optreden zou om vier uur beginnen, maar er gebeurt niets. Een ongeduldige man klimt op het podium, zoekt ruzie met een crewlid, krijgt harde klappen en springt dan onder luid gejuich het publiek in.
Backstage hoort de band dat de show op last van de brandweer niet kan doorgaan. Er zijn tussen de 10.000 en 15.000 fans komen opdagen, hun veiligheid kan niet worden gewaarborgd en de openbare orde is in het geding. SOAD-bassist Shavo Odadjian begint zich zorgen te maken: zijn broertje en vrienden staan buiten en de relschoppers beginnen zich te roeren. ‘Ik smeekte de brandweercommandant om ons drie of vier songs te laten doen.’ Zanger Serj Tankian krijgt te horen dat ze gearresteerd zullen worden als ze tóch het podium op gaan om de boel te kalmeren. ‘Ik verzamelde de jongens om me heen en zei: “Laat ze ons maar arresteren, dat zou perfect zijn.” Onze advocaat luisterde mee en waarschuwde ons dat we dan door alles en iedereen zouden worden aangeklaagd. En toen begonnen de rellen.’
Het verwijderen van het System Of A Down-doek op de bakstenen muur vormt het startschot. Het is na vijven. Niemand vertelt wat er gaande is en het publiek is het wachten zat. Boze fans trekken speakertorens omver, belagen beveiligers en klimmen op het podium om alle apparatuur en instrumenten die ze te pakken kunnen krijgen te slopen of te stelen. Al snel verschijnen de eerste helikopters en tv-busjes. SWAT-teams zetten straten af en agenten te paard proberen de menigte uiteen te drijven, onder andere met traangas. De bandleden worden per politie-escort afgevoerd naar een nabijgelegen hotel, waar ze de rellen live kunnen volgen op alle kanalen.
Het is nog uren onrustig: de LAPD pakt zes relschoppers op voor geweldpleging, vandalisme en diefstal. SOAD’s hele touruitrusting ter waarde van 30.000 dollar – waaronder de gloednieuwe, speciaal voor de aanstaande tour met Slipknot en Rammstein gemaakte drumkit van John Dolmayan – gaat verloren. De ontreddering is groot, maar tegelijkertijd spint de band wel garen bij de commotie. Odadjian: ‘De pers ging ermee aan de haal, dus onze kleine band werd een beetje groter. Overal hoorde je: “Deze groep Armeniërs veroorzaakt rellen in L.A. en hun nieuwe album komt morgen uit.”’
Een jaar eerder braken er ook al twee keer rellen uit, niet in Hollywood maar downtown rond het Staples Center: in maart toen de LA Lakers het NBA-kampioenschap wonnen en in augustus toen Rage Against The Machine optrad tijdens de Nationale Conventie van de Democratische Partij. Allemaal kinderspel vergeleken bij de in het collectieve geheugen gegrifte Rodney King-rellen, die vier verschrikkelijke dagen van brandstichtingen, plunderingen en dodelijk geweld in 1992, maar toch. Er broeit iets, een anti-autoritaire energie aangewakkerd door buitensporig – en in de zaak-King onbestraft gebleven – politiegeweld. Vooral onder progressieve jongeren in de grote steden heerst een diep wantrouwen tegen de politieke leiders die maar geen haast lijken te maken met het aanpakken van armoede, racisme, drugsproblematiek en overvolle gevangenissen. De overwinning van George W. Bush bij de presidentsverkiezingen van 2000 smoort de door Al Gore aangewakkerde hoop op betere tijden in de kiem. De Republikein Bush is een exponent van de gevestigde orde, een rijkeluiszoontje dat de law and order-doctrine en het Amerikaanse exceptionalisme met de paplepel kreeg ingegoten. Van hem en zijn kabinet hoeven deze jongeren geen vooruitstrevend overheidsbeleid te verwachten.
De ‘groep Armeniërs’ is dan al een paar jaar bezig naam te maken in de metalscene. De families van Shavo Odadjian, John Dolmayan, Daron Malakian en de wat oudere Serj Tankian overleefden de Armeense genocide (1915-1917): de eerste professionele opname van SOAD heet P.L.U.C.K. (Politically Lying, Unholy, Cowardly Killers) en verschijnt in 1997 op een compilatie-album voor de erkenning van de genocide. Het nummer belandt ook op hun door Rick Rubin geproduceerde titelloze debuutalbum dat een jaar later uitkomt. De legendarische producer ziet de band voor het eerst aan het werk in de Viper Room, een nachtclub op de Sunset Strip. ‘Ik was de hele show aan het lachen’, vertelde hij onlangs in zijn podcast Broken Record aan Tankian. ‘Ik vond het grappig om te zien hoe het schreeuwen van ietwat dubieuze teksten geïnterpreteerd kan worden als een positieve eenheidservaring. Ik had het gevoel dat er grote solidariteit onder het publiek was.’
Rubin besluit SOAD onder zijn hoede te nemen, al maakt hij zich geen illusies over commercieel succes. ‘Niemand zat te wachten op een Armeense heavy metalband, afgezien van een kleine groep gelijkgestemde gekken.’ Niettemin duikt de muziekpers door Rubins betrokkenheid op de volstrekt unieke en soms onnavolgbare mengelmoesmetal van het merkwaardige viertal. Tankian schreeuwt, fluistert, zingt en grunt, en neemt met een in gif gedoopte pen stelling tegen oorlog, brainwashing door de overheid en religieus extremisme. Hier treedt een band voor het voetlicht die zich niet laat negeren.
De daaropvolgende jaren zijn één lange tour. Met Slayer door Europa, ‘solo’ door de States, Pinkpop 1999, Ozzfest, een reeks shows met Metallica, Korn en Kid Rock. Pas in juli 2000 komt de hogesnelheidstrein tot stilstand, al speelt SOAD in oktober nog op het Smoke Out Festival en in november op een zelfgeorganiseerd benefietconcert voor Armeense goede doelen. Noemenswaardig, want hier krijgt het publiek naast een cover van Wu-Tang’s Shame On A Nigga ook de eerste voorproefjes van Toxicity, zoals Psycho, Prison Song en Aerials.
In februari trekt de band zich terug in de Cello Studios in Hollywood om nieuwe songs op te nemen, 32 in totaal. Op door Odadjian geschoten beelden zien we Rubin dik en onderuitgezakt op een bank liggen of de studio ‘reinigen’ met een brandend bosje witte salie, doof voor het brandalarm. De bandleden maken grappen en doen stoer zoals jongens onder elkaar dat doen, maar als ze hun instrumenten bespelen zijn ze bloedserieus en gefocust. Tankian neemt zijn vocalen op in het donker, omringd door een dozijn kaarsen. Op 5 maart licht Odadjian in een interview alvast een tipje van de sluier over de inhoud: ‘Wij zijn als het nieuws, maar niet het nieuws dat je op tv ziet. Van ons hoor je wat er écht gebeurt. De overheid controleert bijna alles in Amerika. Wij vinden dat we daarover moeten praten, aangezien niemand anders het doet.’
Fast forward naar 6 augustus. System Of A Down staat op een podium op de parkeerplaats van het smoezelige Oak Tree Inn-motel op Sunset Boulevard, omringd door fans en cameramensen. De clip voor Chop Suey!, de eerste single van Toxicity die een week later uitkomt, wordt opgepikt en hard gepusht door MTV. Als SOAD terugkeert van een Europese tour – op 25 augustus spelen ze nog een strakke set op Lowlands, integraal terug te kijken op YouTube – zijn de bandleden ineens beroemdheden. Chop Suey!, een schizofrene song over zelfdestructief gedrag, overweldigt met een sinister twinkelende gitaarintro, snoeiharde riffs, opgefokte raps, een prachtig melodieus refrein en een dramatische brug waarin Tankian zich verplaatst in de rol van Christus aan het kruis en vraagt: ‘Father, why have you forsaken me?’ Het is een onweerstaanbaar spel met licht en donker, met zacht en hard, met pop en metal, dat desoriënteert en tegelijkertijd diepe emoties oproept. Het nummer geeft Toxicity vleugels: in de eerste week na de rellen en de release gaat het tweede SOAD-album 220.000 keer over de toonbank. Anderhalf jaar later staat de teller op 2.7 miljoen.
Tekst gaat verder onder de video.
Chop Suey! is geen toevalstreffer. De plotselinge tempowisselingen en duizelingwekkende ideeënrijkdom vormen de ruggengraat van hele album, waarop puberale flauwekul over groepsseks (Bounce) en groupies (Psycho) wordt afgewisseld met spirituele overpeinzingen (Forest, Aerials) en ernstige bespiegelingen op maatschappelijke vraagstukken. Zo opent de plaat met Prison Song, een vlammende kritiek op de heilloze war on drugs die zorgt voor overvolle gevangenissen en vooral arme mensen en minderheden raakt. Deer Dance, over politiegeweld tegen vreedzame demonstranten, is overduidelijk geïnspireerd door de rellen van een jaar eerder bij het Staples Center en de ‘battalions of riot police, with rubber bullet kisses’.
Toxicity heeft precies een week bestaan in een 9/11-loze wereld. Nadat American Airlines-vlucht 11 en United Airlines-vlucht 175 zich in de Twin Towers hebben geboord, gaat de plaat een bizar eigen leven leiden. Bijgelovige fans dichten SOAD voorspellende gaven toe. In Chop Suey! zingt Tankian immers over ‘self-righteous suicide’ en ‘when angels deserve to die’, in Aerials gaat het over ‘aerials in the sky’ en dat is er nog het nummer Jet Pilot. Hoe duidelijk wil je het hebben? ‘Onze fans dachten dat wij profeten waren’, herinnert Daron Malakian zich. ‘Ik vond dat wel cool. Laat ze maar denken dat we het echt zo bedoeld hebben.’ Clear Channel Communications, eigenaar van meer dan duizend radiostations, gooit olie op het vuur door programmamakers een lijst te sturen met 200 liedjes die ze vanwege de ‘twijfelachtige teksten’ beter niet kunnen draaien. Burning Down The House van Talking Heads. Alles van Rage Against The Machine. Boom van P.O.D. En ook Chop Suey!
Tankians essay staat dan weliswaar al niet meer op de website, maar het internet vergeet niks. Er komen doodsbedreigingen binnen en tijdens de Pledge Of Allegiance-tour met Slipknot die met een week vertraging aftrapt op 21 september reageert het publiek furieus op de in hun ogen anti-Amerikaanse monologen van de SOAD-frontman. ‘We speelden elke avond voor 15.000 tot 20.000 man’, vertelt Tankian in de podcast van Rubin. ‘Op een gegeven moment vroeg de band wat ik in godsnaam aan het doen was. Ik zei: “Maar het is de waarheid!” Ik was zo naïef om te denken dat de waarheid het enige is wat telt. En zo naïef ben ik nog steeds.’
Het Armeens-Amerikaanse viertal tourt zich een jaar lang een slag in de rondte. De singles Toxicity (januari 2002) en Aerials (juni 2002) bekrachtigen de reputatie van System Of A Down als de belangrijkste metalband van het moment. Twintig jaar later kan Toxicity met recht een klassieker worden genoemd, een zeldzame uitbarsting van creatieve energie en politiek engagement. Een plaat die zich laat bestuderen als een fotoalbum, met op iedere bladzijde een nieuwe absurde muzikale collage waarin Tankian zich de ruimte toeëigent om zijn mens- en wereldbeeld aan het begin van het nieuwe millennium uit de doeken te doen. Dat de geschiedenis zo’n dramatische wending zou nemen kon hij natuurlijk niet bevroeden, maar met de kennis van nu lijkt System Of A Down zich met Toxicity al schrap te zetten voor de tijd die komen gaat: een tijd van haat, wraak en eindeloze oorlogen op basis van flagrante leugens (er waren geen ‘weapons of mass destruction’ in Irak). Tankian ziet zijn gelijk bewezen: kortetermijndenken regeert en voor de politieke elite is macht het enige dat telt. Ondertussen vangen de jonge generaties de klappen, zowel in Afghanistan en Irak – bijna de helft van de uitgezondenen is jonger dan 30 – als thuis. De ‘War on Terror’ leidt de aandacht af van de problemen in de VS die hij zo onomwonden bezingt op Toxicity. De schreeuw om hulp die het album in feite is, gaat uiteraard voorbij aan de beleidsbepalende poppetjes in Washington, maar wordt luid en duidelijk gehoord door de miljoenen mensen voor wie System Of A Down als spreekbuis fungeert – tot op de dag van vandaag.