Kelela interview
// OOR \\

24 oktober 2017

De morele spagaat van Kelela

Het duizelt me na ons Skype-gesprek. Vanuit haar hotelkamer in New York heeft Kelela Mizanekristos (34) – tweedegeneratie Ethiopisch-Amerikaans, geboren in Washington D.C., opgegroeid in suburb Gaithersburg, wonend in L.A. – anderhalf uur lang uit de doeken gedaan wat het betekent om een zwarte vrouw te zijn in een door witte mannen gedomineerde industrie. Vrolijkmakend is het niet, maar met tederheid kunnen we volgens haar het tij keren. ‘Het is de enige manier om uit deze puinhoop te komen.’

(Lees je dit verhaal liever op Blendle? Dat kan hier.)

Kelela is welbespraakt en wars van politieke correctheid. Door schade en schande wijs geworden in een wereld waarin ze constant moet bewijzen dat ze weet waar ze mee bezig is. Meer nog dan een proeve van bekwaamheid, is haar debuut Take Me Apart een pleidooi voor tederheid en kwetsbaarheid en een aanmoediging om de ingewikkelde nuances in menselijke relaties te accepteren en omarmen. Kelela combineert haar warme vocale benadering, technisch schatplichtig aan gospel en r&b, met een moderne versie van de ‘computermuziek’ uit haar jeugd. De albums die Janet Jackson vanaf 1986 maakte met songwriters/producers Jimmy Jam en Terry Lewis zijn wat haar betreft exemplarisch: geweldige songs in de beste r&b-traditie, maar gemaakt op een machine.

De manier waarop Take Me Apart tot stand kwam, verraadt Kelela’s hang naar innovatie en onafhankelijkheid. Ze vroeg producers als Arca, Jam City en Bok Bok om schetsen van songs, schreef daar zanglijnen bij en liet twee of drie andere producers daar hun draai aan geven. Vervolgens dook ze met een technicus de studio in om van alle losse onderdelen één geheel te maken. Elke kick, clap en hihat ging door haar vingers.

Kelela is er op en af vier jaar mee bezig geweest, feitelijk sinds ze in 2013 doorbrak met haar alom geprezen mixtape Cut 4 Me. Die maakte ze om te laten zien uit welke kleuren haar palet bestond, niet om de meest epische versie van elk nummer te creëren. Als iemand haar vroeg waarom ze het een mixtape noemde, zei ze: ‘Zodra je m’n album hoort, begrijp je het.’ Dat ze zo lang over dit debuut heeft gedaan, is niet alleen te wijten aan haar perfectionisme of de release van de EP Hallucinogen, waarmee Kelela in 2015 haar status van ster in wording onderstreepte. De ‘sociopolitieke shit’ die op haar pad kwam zodra ze haar zinnen op het maken van een album had gezet, speelde een minstens zo belangrijke rol.

WITTE MANNEN
‘De muziekindustrie wordt beheerst door witte mannen. Om het te kunnen maken, moet ik eerst naar een kantoor om te bewijzen dat ik een rendabele investering ben. Ik kan letterlijk niet één zwarte, vrouwelijke popster bedenken die onafhankelijk is. Zonder het geld van een major red je het gewoon niet.’ Kelela laat geen interview voorbij gaan zonder dit onderwerp aan te snijden. Volgens haar is het in de muziekindustrie nog steeds 1947. ‘De alomtegenwoordigheid van zwarte artiesten creëert een illusie, want dat impliceert dat er zwarte mensen in machtsposities zitten. Het is walgelijk.’

Kelela wordt er steeds weer mee geconfronteerd: witte mannen die bepalen of er in haar wordt geïnvesteerd, of ze op de cover komt, of ze onderdeel is van een merkcampagne. Ze heeft het gevoel dat ze constant op haar hoede moet zijn. ‘Ik kan letterlijk nooit naar een situatie kijken zonder te beseffen dat ik een zwarte vrouw ben. Als ik tijdens een fotoshoot stennis schop omdat de haarstylist niet met zwart haar kan werken, word ik meteen weggezet als het boze zwarte meisje.’

Een behoorlijk cynische manier om naar de wereld te kijken, zeg ik. Kelela vindt van niet. Ze noemt zichzelf een hoopvol mens met een boodschap die gehoord moet worden willen we ooit in een andere realiteit wakker worden. In interviews en tijdens shows doet ze dat door haar dagelijkse strijd als zwarte vrouw te benoemen, in haar muziek door de ‘emotionele complexiteit’ die iedereen in zijn leven ervaart te bezingen. Wat dat betreft moeten we het volgens haar niet hebben van de sterren die de charts beheersen. ‘In de mainstream is het niet hip om gevoelig en zacht te zijn. Mijn doel is om dat te doorbreken.’

MORELE SPAGAAT
In die missie staat ze niet alleen. Ze ‘overleeft en groeit’ dankzij gelijkgestemde artiesten als Solange, Lafawndah en Kelsey Lu. Zwarte vrouwen die tegen dezelfde uitdagingen aanlopen en haar troost bieden. Tijdens analysesessies, face-to-face of via een groepschat, delen ze ervaringen uit en geven ze elkaar advies. Ze zitten allemaal in dezelfde morele spagaat. ‘Alle instituties die iets met de muziekindustrie te maken hebben, gebruiken de namen en gezichten van zwarte mensen om progressief te lijken.’

Volgens Kelela zijn die ‘instituties’ wakker geworden door het Amerikaanse politiegeweld dat de kiem legde voor de Black Lives Matter-beweging. ‘Ze hebben die gelegenheid met beide handen aangegrepen om meer mensen van kleur achter hun product te krijgen. Plotseling kregen ik en mijn zwarte vriendinnen allerlei onnozele verzoeken om domme shit te doen voor heel veel geld.’ Niet alleen multinationals en grote modehuizen maken zich hier schuldig aan. Tijdschriften vallen volgens Kelela ten prooi aan dezelfde mechanismen. Dit jaar stond ze al op talloze covers, maar ze gelooft niet dat de kwaliteit van haar werk daarbij van doorslaggevende betekenis was. ‘Het voelt als een transactie. Ik mag op de cover zodat zij kunnen laten zien dat ze van zwarte mensen houden. Het gaat niet om mij.’

Ik vraag haar of ze dan nooit gelooft in de oprechte motieven van goedwillende mensen. Ze zou het graag willen, maar de dagelijkse realiteit bewijst het tegendeel. ‘We leven in een post-Pepsi-Kendall Jenner-tijdperk’, zegt ze, verwijzend naar de commercial die op smakeloze wijze Black Lives Matter trivialiseerde. Pepsi kreeg een shitstorm over zich heen en trok de spot terug. Andere bedrijven willen niet in dezelfde val lopen, dus doen ze er alles aan om hun progressieve imago op te poetsen. ‘Ik vind dat we echte gesprekken moeten hebben over hoe moeilijk het is om met deze mechanismen om te gaan. Ik deel mijn gevoelens in de hoop dat de mensen om wie het gaat hun gedrag aanpassen.’

UIT DE PUINHOOP
Opvallend genoeg blijft dit onderwerp, dat haar dag in dag uit bezighoudt, onbesproken op Take Me Apart. Relaties staan centraal; liefde, seks en de gecompliceerde gevoelens die een relatie tussen twee mensen kunnen maken of breken. Kelela bekent dat ze maanden worstelde met de afwezigheid van haar ervaringen als zwarte vrouw, totdat ze zich realiseerde dat ze, ook al zou ze het willen, nooit vanuit een ander perspectief zou kunnen schrijven. Dat maakt haar boodschap des te krachtiger, vindt ze. ‘Ik laat zien dat ik me kwetsbaar durf op te stellen in een wereld die geen fuck om mij geeft en die niet wil dat ik slaag. In een vijandige omgeving is tederheid cruciaal. Het is de enige manier om uit deze puinhoop te komen.’

Ze vecht voor kwetsbaarheid als de nieuwe norm. ‘Er zijn zoveel liedjes voor ‘I haat je’ en ‘Ik hou van je’, maar hoe zit het met alles daartussenin? Ik ben erachter gekomen dat de nuance – ‘Ik wil niet meer in deze relatie zijn, maar ik hou van je’ – het best werkt voor mij.’ Dat verliefd worden het risico op een gebroken hart met zich meebrengt, heeft Kelela geaccepteerd. ‘Ik probeer te leven zonder verwachtingen, zodat ik veel pijn kan voorkomen. Als de liefde zo verschrikkelijk is, waarom blijven we ons er dan in verliezen? Die vraag intrigeert me en daar gaan mijn liedjes over.’