17 april 2019
Op reis met Ron Blaauw
Topkok en ondernemer Ron Blaauw (51) bestiert vier restaurants. Tussendoor reist hij de hele wereld over, voor korte kooktrips of lange gezinsvakanties. De inspiratie is nooit ver weg. ‘Ik vind uit eten gaan gewoon geweldig.’
Als we de sterrenkok spreken is hij net terug van een wintersportvakantie in het Oostenrijkse Hochfügen. ‘Ik zou het niet willen missen’, zegt Blaauw terwijl hij het zich gemakkelijk maakt in één van de ronde loungebanken die zijn Ron Gastrobar rijk is. ‘Eigenlijk vind ik het de mooiste vakantie die er is: sporten, lekker eten én met mijn gezin zijn.’
Het stijlvol ingerichte restaurant in Amsterdam-Zuid is zijn officieuze hoofdkwartier. Hier begint Blaauw zijn dag, waarna hij per scooter de andere Gastrobars aandoet: Oriental in de Kerkstraat, Indonesia in zijn woonplaats Ouderkerk aan de Amstel en Indonesia Downtown op het Rokin, boven warenhuis Hudson’s Bay.
Is hij niet in Nederland aan het werk, dan zit de onvermoeibare horecaondernemer in het buitenland. Een week in de sneeuw, een week of vier zomervakantie en gedurende het jaar steeds ‘een paar dagen hier, een paar dagen daar’ voor kookseminars. ‘China, Abu Dhabi, Peru – ik ben overal geweest. Als ik op alle verzoeken ja zeg, zou ik twintig weken per jaar weg kunnen zijn.’
Van wie heb je die reislust?
‘Mijn moeder hield niet van vliegen. Mijn vader was veel avontuurlijker. Die kocht gerust een caravan zonder het met haar te overleggen. Het idee dat je zomaar ergens naartoe kon rijden vond hij fantastisch, al stonden ze uiteindelijk gewoon vier weken op dezelfde camping. Ondanks mijn moeders vliegangst waren we een van de eersten op school die in de winter op zonvakantie gingen. Naar Gran Canaria, ik was een jaar of elf. Ik denk dat mijn vader, die acht jaar geleden overleed, graag meer van zulke reizen had willen maken.’
Wat trekt jou zo aan in het reizen?
‘Andere culturen ervaren vind ik het allermooiste. Ik gooi me er helemaal in. Tien jaar geleden zijn mijn vrouw en ik drie maanden met onze kinderen – 4 en 2 destijds – in Australië geweest, van Sydney tot Port Douglas. Dan vind ik het fantastisch om tussen de Aussies te gaan zitten en met ze te ouwehoeren. Op een dag lunchten we in een café waar iedereen met het hele gezin aan het gokken was op paardenraces. Dat hebben wij toen natuurlijk ook gedaan!’
Vlieg je altijd trouw met KLM?
‘Eigenlijk wel. Meestal reizen we Economy Comfort. Heel af en toe trakteer ik mezelf op Business Class, bijvoorbeeld als ik naar Bonaire of Curaçao moet en weet dat ik daarna een hele drukke week heb. Ik heb mijn vrouw ook een keer verwend met Business Class-tickets, naar New York. Ze viel na een half uur in slaap en werd pas wakker toen we gingen landen. Dat was een duur dutje, haha.’
Wat was je meest verbazingwekkende vlucht?
‘Op weg naar China met Emirates. Ik had gewoon een soort hotelkamertje voor mezelf. Dan zit je daar, met je glaasje champagne, en kun je maar één ding denken: wow!’
Deelt het hele gezin jouw hang naar avontuur?
‘Absoluut. De afspraak is dat we eens in de twee jaar een verre reis maken. We zijn al een paar keer in Azië geweest, deze zomer gaan we een maand naar Sumatra. Zo’n vakantie is fantastisch, maar af en toe ook heel confronterend, omdat je écht heel close bent met elkaar. Mijn jongste, Teun, maakt makkelijk contact. Hetzelfde geldt voor mijn dochter Mette, al kan die ook prima op zichzelf zijn. Dat heeft ze van mij: ik kan heel goed met mezelf opschieten.’
Reis je graag alleen?
‘Dat vind ik de eerste twee dagen lekker, daarna krijg ik vaak heimwee. Vooral als er dingen gebeuren die ik met mijn vrouw en kinderen wil delen. Drie jaar geleden ben ik in mijn eentje in zeven dagen van Dijon naar Barcelona gefietst. Ik fiets veel met vrienden, dus dat leek me wel een mooi avontuur, maar ik was blij toen ik aan het eind van de rit mijn gezin weer zag.’
Wat gaat er door je hoofd tijdens het fietsen?
‘Vroeger was ik heel veel dingen aan het plannen: de organisatie in m’n bedrijven, menukaarten. De laatste jaren merk ik dat m’n hoofd vrij leeg is tijdens het fietsen, en ook als ik slapen ga. Ik lig niet meer te piekeren, die tijd heb ik wel gehad.’
Werkt van huis zijn inspirerend?
‘Tijdens een trip naar Tel Aviv heb ik de Midden-Oosterse keuken ontdekt. Dat was de inspiratie voor Nacarat [sinds januari Ron Gastrobar Indonesia Downtown, red.]. Helaas was de Nederlander daar nog niet echt aan toe. De zaak was te groot, te chic. Jammer, maar in het leven moet je fouten maken. Daar leer je van, zeker als het dure fouten zijn. Misschien dat ik het later nog eens ergens anders probeer.’
Heeft de gast altijd gelijk?
‘Vroeger dacht ik dat mensen kwamen voor mijn kookkunsten, maar mensen komen voor het gezellige restaurant, waar het eten toevallig ook nog eens heel goed is. Ik kook altijd naar de wensen van de gast. Koken is voor mij geen experiment om te kijken hoe het gerecht valt. Dat deed ik vijftien jaar geleden wel, maar nu niet meer. Het moet lekker zijn. Ik wil dat mijn gasten met hun vinger door het bord gaan.’
In 2013 toverde je restaurant Ron Blaauw om in Ron Gastrobar. Waarom?
‘Ik was al te lang met twee Michelinsterren bezig en ging aan mezelf twijfelen: vind ik dit nog leuk? Zelf at ik nog maar weinig in sterrenzaken. Ik wilde een restaurant met goed eten en een lekker sfeertje. Die zag ik in het buitenland veel, terwijl je in Amsterdam alleen maar eetcafés óf topzaken had. Het middensegment was er bijna niet, terwijl ik me daar juist heel prettig voelde. Met de Gastrobar wilden we laten zien hoe het óók kan. Een jaar na de opening hadden we alweer een ster.’
Op welk vlak ben je sindsdien het meest gegroeid?
‘Ik kan veel beter relativeren. Je moet als ondernemer realistisch zijn en in de spiegel durven kijken. Ik kan nog steeds niet goed tegen kritiek, maar denk er nu meer over na en geef mensen sneller gelijk. Misschien komt dat door de leeftijd, of door de kinderen. Zonder mijn gezin ben ik nergens. Ons hele leven draait om gastronomie, om horeca. We gaan elk weekend wel twee keer met elkaar uit eten.’
Wat zijn je persoonlijke doelen voor de toekomst?
‘Ik ben al heel tevreden met wat we hebben bereikt. Als ik ‘s ochtends wakker word, kijk ik met een grote glimlach over de polder. Ik wil dat m’n vrouw en kinderen gelukkig zijn, en dat ikzelf gezond blijf. Mijn vader ging op vrij jonge leeftijd kwakkelen met zijn gezondheid. Die had nog wel twintig reizen willen maken, maar dat ging niet meer. Ik ben nu 51 en fantaseer wel eens over een eigen plekje in de bergen, op maximaal twee uur vliegen, waar ik kan skiën en fietsen. Dat is een droom die ik graag uit wil laten komen.’
Ron Blaauw in het kort
Chef-kok en restauranthouder Ron Blaauw (Hoorn, 1967) start zijn culinaire carrière op zestienjarige leeftijd als leerling van Joop Braakhekke in restaurant De Kersentuin in Amsterdam. In 1999 opent Blaauw in Ouderkerk aan de Amstel een zaak die zijn eigen naam draagt. In 2004 krijgt de kok zijn eerste Michelinster, in 2006 zijn tweede. In 2011 verhuist restaurant Ron Blaauw naar de Sophialaan in Amsterdam-Zuid, om twee jaar later te transformeren tot Ron Gastrobar, de eerste van vele soortgelijke concepten. Ron Blaauw heeft drie kinderen, Jurre (21), Mette (14) en Teun (12), en woont met zijn vrouw Carla in Ouderkerk aan de Amstel.